Atelier Hop - Bijenwaskaars Pillar Roze
Kaars Pillar 20 cm hoog
Heb je voorkeur voor een tint, geef dat dan aan in het opmerkingenveld in de winkelwagen.
Zuivere bijenwas. Let op: restjes kun je opnieuw gebruiken.
Een brandende bijenwaskaars is een levend licht. En die vereisen uw zorg en aandacht. Daarom hier enkele tips voor salie en prettig gebruik: Laat bijenwaskaarsen niet onbeheerd branden, zoals bij andere kaarsen.
Plaats uw bijenwaskaarsen niet te dicht bij elkaar of naast een andere warmtebron. Zorg ervoor dat de vlam van uw bijenwaskaars uit de buurt van brandbare materialen wordt gehouden.
Vermijd tocht. Bijenwaskaarsen zullen ook roeten, druipen en ongelijkmatig branden. Als een bijenwaskaars ongelijkmatig brandt, kun je de brandende lont voorzichtig buigen. Om mooi en gelijkmatig te branden – vooral bij grotere kaarsen – is het belangrijk dat het gehele oppervlak telkens vloeibaar wordt. Laat de kaars dus lang genoeg branden. Als de vlam wat klein is, helpt het soms om een beetje bijenwas weg te laten stromen en de lont wat meer lucht te geven. Als de rand rond de lont te hoog is, brandt de kaars mogelijk niet zo mooi. Snij daarom de rand af als de kaars net is uitgegaan en de bijenwas nog warm aanvoelt. De ideale lengte voor een lont is ongeveer 1 cm. Een langere lont zal meestal roet veroorzaken. Als dit het geval is, knipt u deze terug tot 1 cm.
Plaats de kaars niet in direct zonlicht of in de buurt van een warmtebron zoals een kachel, zodat de kaars zijn vorm niet verliest. Het roet- en rookvrij doven van de kaars doe je door de brandende lont in de vloeibare bijenwas te drukken. Doe dit met een snelle, gecontroleerde beweging. Maak het vervolgens weer recht. Dit voorkomt dat de kaars gaat smeulen. Bovendien maakt dit het gemakkelijker om je bijenwas-kaars weer aan te steken.